Je hond in de winter
Dat betekent wandelen in de vrieskou, plezier in de sneeuw en meer binnen zijn. Grote kans dat hij wel wat extra bescherming buiten kan gebruiken. En soms zelfs binnen! Want ongetwijfeld let je op je energieverbruik. Dat hoeft geen nadelige gevolgen te hebben voor je hond, maar het kán wel. Wat is de beste binnentemperatuur? Hoe hou je je hond warm en voorkom je voetzolenpijn in de sneeuw. En hoe zorg je ervoor dat zijn weerstand op peil blijft? We delen onze kennis en lees onze tips.
Bibberende hond
Bibbert, rilt of trilt je hond dan is dat een teken dat hij het te koud heeft. Zijn haren gaan overeind staan om de warmte vast te houden. Via de poten, oren, heupen en/of buik en flanken verliezen ze veel warmte. Is een hond onderkoeld dan worden zijn ademhaling en hartslag zwakker en geeft hij weinig reactie. Maar niet alle honden zijn gevoelig voor kou. Sterker nog: sommige honden houden ervan, zoals husky’s en new foundlanders. In het algemeen geldt dat grote honden beter tegen kou kunnen dan kleine.
Wat is de beste binnentemperatuur voor een hond?
De beste binnentemperatuur is afhankelijk van het hondenras en de plek waar hij het meest slaapt. Is het minder dan 10 graden op de plek waar je hond verblijft? Of ligt hij meestal in een bench, dan is er meer risico op een te koude plek. Want een hond zoekt instinctief een warmere plek op als hij het koud heeft. In een bench kan dat natuurlijk niet. De omgevingstemperatuur moet daar dan in ieder geval hoger zijn dan 10 graden. Maar het allerbelangrijkst: voorkom altijd tocht!
Je hond in de winter: leeftijd, conditie en vacht bepalen gevoeligheid
Jonge, oude en/of zieke honden kunnen zichzelf minder goed warmhouden. Ook honden zonder ondervacht of met een slecht isolerende vacht, hebben het sneller koud. Een ondervacht zorgt ervoor dat warmte beter wordt vastgehouden. Deze onderlaag bestaat meestal uit kortere, dunnere haren die goed isoleren. De bovenvacht bestaat uit dikke haren die beschermen.
Honden zonder ondervacht zijn bijvoorbeeld boxers, jack russels en Engelse staffords.
Maar let op: ook honden met een dikke vacht, zoals een labradoodle kunnen het koud hebben in de winter, zeker als ze ook nog eens zijn natgeregend of -gesneeuwd.
Laat je hond bij kou zelf zijn slaapplek zoeken
We zeiden het al: een hond kiest instinctief een plek die past bij de temperatuur van het moment. In de zomer zoekt hij een schaduwrijke plek, in de winter een plek die z’n lijf warm houdt. Laat je hond – als het kan – dan ook zelf een plek kiezen. Of biedt meer plekken aan.
Kan dit niet of wil je je hond in de bench laten slapen, zorg dan dat daar warm materiaal zoals een fleecedeken, mand of (orthopedisch) kussen ligt. Ook voor slopers is er geschikt warm materiaal.
Je hond en sneeuw
Sneeuw zorgt voor sneeuwpret. Maar sneeuw kent ook gevaren voor je hond en kan uitmonden in voetzolenpijn. De sneeuw kan tussen de voetzooltjes blijven plakken en daar veranderen in ijsballetjes. Het lopen wordt hierdoor pijnlijk en soms zelfs onmogelijk. Je denkt wellicht dan verwijder ik deze ijsballetjes toch gewoon?! Maar dat is pijnlijk voor je hond omdat deze keihard zijn. Dus… voorkomen is beter dan genezen. Hoe?
De R zit in de maand: zorg voor een goede weerstand
Zelf zorg je ook voor extra weerstand deze maanden, besteed ook extra aandacht aan de gezondheid van je hond. Hou zijn weerstand op peil met goed, gezond voer en geef zo nodig extra supplementen. Ook dit is afhankelijk van de leeftijd en algehele gezondheid. Geef deze zolang de R in de maand zit. We adviseren je graag in de winkel.